Een kleine jongen zwerft langs de oever van een rivier, op zoek naar eten. Naar huis kan hij niet meer. Het keukenraam waar hij een paar dagen geleden nog naar binnen kon klimmen, is potdicht. Bij de rivier overleven de zwervers op hun eigen manier, ook Kosmos die zich zo’n beetje over dat ‘jochie’ ontfermt.
Eerst heeft Kosmos niet zo’n zin in een meeloper, maar zijn ervaring als straatzwerver, vertelt hem dat die ‘kleine’ deuren opent die voor hem allang gesloten zijn.
Tenslotte hebben ze allebei dezelfde droom, weg, naar het zuiden, naar de zee, waar het altijd zomer is en het leven veel beter is……
Ze moeten daarvoor wel iets opgeven, de een wat meer dan de ander. De kleine schooier heeft er zijn beschermengel voor over en Kosmos? Kosmos ontdekt dat hij niemand voor de gek kan houden, ook zichzelf niet. En helemaal de Koningin van Carácas niet , een heel interessante dame ….met geld!
Een voorstelling over je staande houden, verlangen, geven en nemen, over toekomstdromen, (zelf)vertrouwen en nog veel meer. Het boek Hinter dem Bahnhof ligt das Meer van Jutta Richter inspireerde Jouke Lamers tot grenzen verleggen in tekst, spelen met poppen en beelden en muzikaliteit, met behoud van zijn sterkste talent, het vertellen van een verhaal dat zichtbaar en voelbaar is.